Zwarte koffie – 1
Het was al de derde keer deze week. Thom haalde routineus de vochtige doek over de tafel voor hem. In zijn linkerhand hield hij het dienblad met daarop nog twee happen brood in een stapel tissues. De papieren placemat was zo verkreukt dat de klodders saus rechtstreeks op het dienblad waren gevallen. Zoveel tissues en dan nog niet even het dienblad afnemen. Twee functionerende benen en dan toch niet even met het dienblad naar de prullenbak lopen.
Thom schoof de verkreukte placemat samen met de tissues en etensresten in de prullenbak. De grote klep met DANK U klapte gelijk dicht. ‘Niet heel graag gedaan,’ mompelde Thom terug. Gelukkig was de broodjeszaak inmiddels uitgestorven. Spitsuur was voorbij. Alle zakenmensen hadden hun lunch naar binnen gewerkt en de scholieren hadden weer les.
Net toen hij het schoongemaakte dienblad neerzette en zijn schoonmaakdoek wilde omspoelen, zag hij haar. Ze droeg haar bruin krullende haar in een knot, maar een tiental vrolijke plukken danste voor haar gezicht.
Ze kwam steeds na de ergste drukte. Soms was het een minuut later, soms een uur. Maar ze kwam elke dag. En ze kocht elke dag eerst koffie aan de overkant. Ook nu; Thom zag haar de koffiezaak binnenlopen.
Hij moest snel handelen.
Bijna op een drafje rende hij het magazijn binnen en graaide in de kartonnen doos. Met de bordjes in zijn handen keek hij even later de zaak rond. Vanuit zijn rechterooghoek zag hij dat hij de sla moest bijvullen, maar dat kon wachten. Hij twijfelde over de tafel. Die bij het raam? Daar zat ze het liefst. Maar zou dat misschien te veel opvallen?
Geen tijd. Hij plaatste op elke tafel een bordje, behalve op die van haar. Tevreden keek hij rond. De zes tafels in de kleine zaak stonden in een L-vorm rond het looppad bij de toonbank. De tafelbladen blonken hem tegemoet. De vijf bordjes ook.
Thom stond net weer achter de toonbank toen ze binnenkwam. Ze fronste haar wenkbrauwen bij het zien van de bordjes. Haar blik schoot daarna gelijk naar ‘haar’ tafel. Leek ze opgelucht? Hij wist het niet. Ze zette haar koffie op de tafel neer en liep met haar tas naar hem toe.
‘Tijdelijk niet beschikbaar?’ vroeg ze.
Hij knikte. ‘Sorry. Speciale reiniging. Je loopt niets op, maar de wet is streng. Ik loop liever geen risico.’ Hij haalde zijn schouders erbij op. ‘BLT, extra bacon en tomaat?’
‘Graag.’ Ze lachte naar hem.
Hij kon haar broodje intussen dromen. Zijn handen deden het werk. Met het broodje even later in de oven lachte hij naar haar. ‘Goede dag vandaag?’
Ze knikte en gaf haar standaardantwoord. ‘Druk, maar goed.’
Zijn ogen schoten naar de klok. Nog een minuut, hooguit.
De oven piepte. Thom draaide zich om, haalde het brood eruit en legde de tomaten erop. Hij was nog vergeten de sla te vervangen. Sukkel! ‘Momentje,’ mompelde hij. Zo snel hij kon zonder dat het opviel liep hij naar het magazijn.
De jongen kwam binnen toen hij net de oude slabak in zijn handen had. Snel zette Thom de nieuwe erin, belegde het broodje en vouwde het broodpapier eromheen.
‘Goedemiddag,’ groette hij de jongen. Ook deze fronste bij het zien van de kaartjes. Zijn oog viel op de koffie op de enige vrije tafel. Daarna staarde hij haar aan. Net iets te lang. Iets te betrapt keek hij weg. Zijn ogen vielen op Thom.
‘Niet beschikbaar?’ vroeg hij.
Thom knikte. ‘Speciale reiniging. Vinden jullie het erg om een tafel te delen?’
Hij probeerde de reactie vanuit zijn ooghoeken te bekijken terwijl hij de kassa bediende. Hij hoefde het bedrag niet meer te noemen; ze hield haar pinpas al bij het apparaat. Haar wangen waren iets roder dan eerst. Die van hem ook, al was dat met zijn donkere huidskleur niet goed te zien en Thom wist niet of hij het zich inbeeldde omdat hij het zo graag wílde zien.
‘Als jij dat ook niet erg vindt?’ Hij keek haar aan. Ze staarde nog even naar haar portemonnee; stopte haar pinpas er eerst scheef in, haalde hem eruit, stopte hem terug. Toen keek ze op. Ja, haar wangen hadden een knalkleur.
‘Eh, nee, prima.’ Ze lachte naar hem, pakte het dienblad met haar broodje en ging zitten. Ze vermeden elkaars blik tijdens zijn hele bestelling. BLT, extra bacon en tomaat. Hoe konden ze elkaar nog nooit eerder hebben aangesproken, alleen al om dat broodje? Thom wisselde een paar woorden met de jongen tijdens het verwarmen van zijn sandwich. Hij maakte de bestelling af en probeerde niet al te opvallend te kijken naar de twee die nu bijna ongemakkelijk tegenover elkaar aan hun lunch zaten, de tafeltjes net iets te klein om elkaars knieën niet per ongeluk aan te raken.
Thom hield zichzelf bezig. Er was geen andere uitdrukking voor, want hij was niet echt aan het werk. Hij besloot de uien te snijden. Zijn oren probeerden krampachtig het gesprek op te vangen zonder overduidelijk af te luisteren. Hij moest het doen met flarden.
‘… eigenlijk altijd
wel…’
‘… interessant?’
‘… vroeger…’
Hun blikken en houdingen vertelden gelukkig veel meer. De hoofden steeds dichter bij elkaar, de mondhoeken hoger en de tanden steeds bloot.
Een jaar hadden ze op dit moment gewacht. Thom haalde voor de vijfde keer een doek over de toonbank en zijn hart maakte een sprongetje toen hij haar hand opeens op die van de jongen zag liggen. Zijn vrienden noemden hem altijd een hopeloze romanticus. Dat zijn ogen nu brandden kwam duidelijk niet meer vanwege het uien snijden. Maar gaf het? Er was niets mooiers dan dit.
Hun gesprek viel stil. Ze verdwenen hand in hand. Vijf stappen buiten de deur stonden ze verstrengeld op straat. Hun lippen lieten elkaar niet los.
Thom veegde met de rug van zijn hand onder zijn ogen en haalde de bordjes van de tafels.